Belgische vluchtelingen in Tilburg. Tilburg was de eerste gemeente die een school opende voor Belgische vluchtelingen, in het patronaat van de parochie Besterd

Officieel waren Nederland en België neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). De Duitse troepen lieten Nederland links liggen. De tegenstand van België om de Duitse troepen vrije doorgang te verlenen kwam hen duur te staan. Qnschuldige burgers werden geëxecuteerd en dorpen in brand gestoken.
Enige tienduizenden Belgen vluchtten daarop in paniek naar Nederlands-Limburg. Koningin Wilhelmina deed een verzoek in de troonrede van 15 september 1914 dat alle vluchtelingen met open armen moesten worden ontvangen. De Nederlandse bevolking toonde zich eveneens van haar beste kant. De ontheemde Belgen gingen een belangrijk deel uitmaken van het maatschappelijk leven in de zuidelijke provincies. Bijna iedereen nam wel een Belg in huis. Lokale particuliere hulpcomités schoten als paddestoelen uit de grond.
De Nederlandse regering reageerde laat en aarzelend op de Limburgse vluchtelingencrisis. Zij liet de opvang van de burgervluchtelingen zo veel mogelijk aan particulieren over.
In Tilburg werden vluchtelingen ondergebracht in de oude Ambacht- en industrieschool aan de spoorlaan.
Toen begin oktober de Belgische bevolking rondom Antwerpen te horen kreeg dat de stad ieder moment door de Duitsers kon worden gebombardeerd kwam de vluchtelingen toestroom opgang. Naar schatting waren zowat één miljoen Belgische burgers in Nederland terecht gekomen. Een half miljoen waren naar Frankrijk of Engeland gevlucht.
Naast burgers kwamen ook duizenden militairen naar Tilburg. Op de foto onder een doorgangshuis voor Belgische vluchtelingen in de boomstraat 69.
De Nieuwe Tilburgsche Courant meldt dat in Tilburg niet alleen alle huizen en gebouwen vol lagen met Belgen, maar dat zij ook alle straten vulden, van gevel tot gevel, en er geen open plekje meer te vinden was op de Grote Markt.
De regering greep pas in toen het besef doordrong dat de vluchtelingen langere tijd in Nederland zouden verblijven en de particuliere hulporganisaties de massale toestroom van Belgen niet aankonden. Uit angst voor anti-Duitse rellen en betogen onder de vluchtelingen nam de regering maatregelen en werd besloten tot het oprichten van bewaakte opvangkampen. Zo ook in Tilburg. Binnen de kampen werden vluchtelingen onderverdeeld in drie categorieën, afhankelijk van hoe gevaarlijk men hun achtte:
- gevaarlijke of ongewenste elementen
- de minder gewenste elementen
- de fatsoenlijke behoeftigen
Het leven achter het prikkeldraad was in de meeste kampen zwaar en verre van vrolijk. Om de orde te handhaven en verveling te voorkomen werd een strak militair regime ingesteld. Geïnterneerde Belgen klaagden steen en been over de barakken en de Hollandse keuken. Door het halfslachtig politiek beleid verschilde de draaglijkheid van het kampleven per oord. Waar bij het ene kamp een streng beleid werd gevoerd liet een ander kamp de teugels vieren. Enerzijds moesten de vluchtelingen met open armen worden opgevangen, anderzijds verzocht de minister de gemeentebesturen enig mate van ‘zachte drang’ uit te oefenen om een spoedige terugkeer naar België te bevorderen.
Ook buiten de kampen ontstonden conflicten tussen Belgen en de plaatselijke bevolking. In Gaasterland (Friesland) werden vierduizend Belgische militairen geïnterneerd. Het cultuurverschil tussen de norse Friezen en losbandige Belgen bleek bijzonder groot en veroorzaakte enige wrijving. De Friese meisjes waren ook al niet veilig voor de Belgen. Niet alleen in donkere schuurtjes, ook in het openbaar gebeurden zaken die het Friese calvinistische daglicht niet konden verdragen. In de loop der tijd nam het liefdadigheidsgevoel van de Nederlanders dat in het begin grenzeloos leek dan ook sterk af.
Toen men vernam dat onder de vluchtelingen geen politieke maar duizenden Belgische werklozen, met belgische uitkering profiteerde van gratis onderdak en voedsel, de grens over kwamen werden het beleid serieus gewijzigd.
In mei 1915 waren er nog 105.000 burgervluchtelingen in Nederland. Burgervluchtelingen konden bij ongewenst gedrag het land uit worden gezet conform de Vreemdelingenwet 1849. In januari en februari 1919 keerden de laatste burgers terug.
Klik hier voor een lied wat gezongen werd door Belgische vluchtenlingen
hete de nieuwe tilburgse courant toen niet gewoon tilburgse courant? of hete die altijd nieuwe tilburgse courant?
LikeLike
Er zijn er 2 de “Nieuwe Tilburgsche Courant” en de “Tilburgsche Courant”
LikeLike